dinsdag 20 januari 2009

Sledgehammer

Een jongen passeerde vlot door het gangpad. In het voorbijgaan maakte hij geluid. Ik was er niet zeker van, maar het had er veel van weg dat hij zong. Hij ging op het balkon staan, terwijl de doorzichtige klapdeur achter hem langzaam haar oorspronkelijke positie innam. Een perpetuum mobile met houdbaarheidsdatum.

De jongen maakte nog altijd geluid. Het leidde geen twijfel, hij zong. Sledgehammer van Peter Gabriƫl. Hij deed het met overgave. De minder geoefende luisteraar zou kunnen beweren dat het lang niet onaardig was. Een beetje goed, zelfs.
Hij deed wat alle enthousiaste amateurs doen. De stem van de artiest mimieken.

“You could have a big dipper!”
Het was iets voor negenen. Ik had nog geen koffie geroken, maar de eerste lach was binnen. Om me heen gebeurde niets.
“I've kicked the habit… Shed my skin!”

Mijn medeforenzen deelden de onzichtbaarheid. Misschien werd een omslag gevreesd. Dat het zingen slechts de opmaat was naar een bloederig pandemonium. De angst voor ellende is diepgeworteld. Zelfs wanneer iemand vermakelijk de schaamte voorbij is kiest men ervoor vooral niet te kijken, laat staan reageren. Het stemde me niet droevig. Ook ik kijk vooral naar mezelf. Evenals de jongen op het balkon. Die begon, ik lieg niet, gewoon overnieuw. Sledgehammer. Op repeat. De trein naderde het station. Het balkon werd drukker bevolkt. De jongen mompelde de tekst nu. In duet met schaamte die weer naast hem was komen staan.

De deuren openden met een zucht. Een bevrijding, zo bleek. Schaamte bleef achter op het balkon en nadat de jongen genoeg afstand had genomen van ons, zijn stille publiek, deed hij weer wat hij niet laten kon.
“I'm your sledgehammer… Let there be no doubt about it.”
Ik keek hem na. Met zijn grote rugtas en lompe tred. Hij leek me niet overdreven populair. Maar voor even wilde ik hem zijn.


Geen opmerkingen: