vrijdag 30 januari 2009

PIEF PAF POUW

We staan in de keuken. Mijn broer en ik. In ons ouderlijk huis, waar we al zeker 16 jaar niet meer wonen. In mijn hand houd ik een UZI. Waar die UZI vandaan kwam begrijp ik als in de trein zit. Ik heb de dag ervoor drie recensies gelezen van ‘Gomorra’ en bij al die recensies was een foto afgebeeld van twee jongens op het strand. Ze stonden daar in hun onderbroek. Eén houdt een mitrailleur vast, de ander een UZI. Wanneer je dezelfde avond in je onderbroek in bed ligt, is de stap naar een UZI dus niet bizar groot.

We vinden dat we met de UZI gaan schieten. In de tuin, met de UZI op repetitive. Uiteraard, zeg ik ten overvloede. Om die gedachte is men ooit naar de tekentafel gegaan.
Ik zeg dat we iets moeten hebben om op te mikken. Mijn broer loopt de tuin in en presenteert een voetbal. Een oranje, met zwarte groeven. Van plastic en een beetje lek. De nostalgie is in deze droom wel aan mijn onderbewustzijn besteed. Ik ben trots op mijn onderbewustzijn, later die ochtend in de trein.

De bal is tussen de houten spijlen van het tuinhek bevestigd. Ik klik het schuifje van safety naar repetitive, omklem de UZI met pistoolgrip en richt op de bal. Die pistoolgrip slaat nergens op, maar eerlijk is eerlijk, het is het enige incoherente aan de droomsequentie. Nog meer kudos voor mijn onderbewustzijn.
Ik knijp één oog dicht en haal de trekker over. Elke kogel treft doel, de kickback is onder controle.

UZI’s zijn cool.

Van de bal is niets over. Letterlijk. In de hele tuin is geen oranje stukje plastic te vinden. Waar mijn broer op gaat schieten krijg ik niet meer mee.
Mijn reactie wanneer ik wakker word is nostalgischer dan de droom.
"Nog een keer! Nog een keer!"

Geen opmerkingen: