woensdag 1 april 2009

Nekschot

De chauffeur sloeg geen acht op het stopsignaal.
De jongen begreep dit rijkelijk laat. Hij deed wat alle mensen doen wanneer de bus hun halte niet erkend.
In paniek raken.

In zijn schreeuw proefde je de diepgewortelde irrationele angst die in ons allen schuilt. Voor een moment geloof je dat het, wanneer de bus doorrijdt, nooit meer goed komt.
De volgende halte is minimaal twee dagen rijden. Als je eindelijk kunt uitstappen vind je jezelf gedesoriƫnteerd terug in een vlak en dor niemandsland. Zonder rantsoen. Het gevaar slaat je smalend gade.

EĆ©n gemiste halte, en je hersenkronkels strekken zich uit tot een verwrongen Route 66.
Zonder begin. Zonder eind.

De wanhoopskreet van de jongen deed de chauffeur bij zijn positieven komen.
Hij reageerde direct en instinctief.
Ik schoot naar voren maar had het geluk dat een ijzeren balk mij scheidde van het open middengedeelte. Mijn tas echter had geen schijn van kans en werd genadeloos gelanceerd. Zes meter verder raakte hij de grond. De klap maakte dat hij mijn flesje water uitspuugde.
Ik had het alleen gehoord.

De jongen stapte uit, mij achterlatend als ‘die jongen’.
Die het enige echte slachtoffer was van het bruuske remmen. En nu als een lul de halve bus door moest om zijn spullen bij elkaar te rapen.
Nu ben ik inmiddels op het punt waarop ik er alleen om geef wanneer ik mezelf een lul vind.
Evenwel.

Ik liep naar voren en pakte mijn tas.
‘Mijn water, waar is mijn water?’, leek ik hardop te denken.
“Je water ligt hier”, zei de buschauffeur.
Ik liep nog verder naar voren en vond mijn flesje water bij de ingang van de bus.
De buschauffeur verontschuldigde zich.
Ik antwoordde dat mijn flesje water nu tenminste goed geschud was.
De nonchalance was niet gespeeld, wat gezien het moment als een overwinning voelde.

Toen ik terugliep dacht ik na over buschauffeurs. In de krant staat vrijwel dagelijks dat ze op een rochel of een klap worden getrakteerd indien ze zo onbeschoft zijn om een geldig vervoersbewijs te vragen.
Bij die rationale zou ik minimaal voor een nekschot hebben mogen gaan.
Die behoefte voelde ik nergens.
Dat zou normaal moeten zijn.

De rest van de reis mijmerde ik over nekschoten.

Geen opmerkingen: