vrijdag 6 maart 2009

Anders was alles anders geweest

We reden door de polder.
Het was donker en het regende. Af en toe gloorde in de verte licht.
Telkens hetzelfde licht, kunstlicht.
Het maakte dat het gras waarop het scheen een onnatuurlijke kleur kreeg.
Op het gras renden jongens achter een bal. Ze waren een jaar of dertien dus hun spel vertoonde al coherentie. Ik volgde hun verrichtingen voor zolang dat mogelijk was.

Er kwam een diepe bal die door de linksback moest worden onderschept. Hij maaide jammerlijk in het luchtledige zodat de bal zijn bestemming leek te bereiken. De rechtsbuiten rende achter hem langs en kon de bal nog net binnenhouden. De controle van het leer duurde echter een fractie te lang, wat de linksback in staat stelde zijn fout goed te maken. Hij stond nu recht tegenover de rechtsbuiten. Die dreigde, en dreigde, en zette toen een passeerbeweging in.

We reden te hard om nog te kunnen zien of hij er langs kwam. Maar van binnen laaide een nostalgisch vlammetje. Ik wilde weer jong zijn. Dat wil ik normaliter nooit. Het is een tijd waarin ik dommer en armer was. Maar nu miste ik het spel.

Op dinsdagavond via een slecht verlicht paadje naar het bijveld. Er lag amper gras. En het miezerde, want het was dinsdag. Het soort regen waardoor je binnen tien minuten volledig en egaal doorweekt was. De toendra waarop we trainden veranderde in een modderpoel en voor anderhalf uur speelden we als biggen. Je rende je de pleuris omdat je erin geloofde. Je juichte als een gearriveerde ster wanneer je de verzwaarde bal via onderkant lat binnenschoot. En op de lat zat dan een ronde afdruk van de modder. Jouw afdruk.

Na afloop veeg je met je mouw langs je neus en snot vermengt zich met zand. Terwijl het stoom als wierook boven je hoofd danst komt de trainer je tegemoet.
Of je zondag mee kan doen met de C1.
Je stamelt van ‘ja, natuurlijk’ en van binnen gloei je. Trots en zenuwen verdringen zich in je maag. Wanneer je twaalf jaar oud bent is die emotie exact hetzelfde als wanneer een profspeler wordt geselecteerd voor Oranje.

En op zondagochtend sta je in je trainingsjasje te blauwbekken langs de lijn. In de tweede helft krijgt de beste speler van de C1 ruzie met de trainer. Dus jasje uit en het veld in.
Je staat op een positie die je niet gewend bent en ook na het eerste balcontact blijft die knoop in je maag. Het lijkt of je vooral heen en weer rent en wanneer de wedstrijd is verloren vind je jezelf terug in de kleedkamer. Je kijkt om je heen naar je tijdelijke teamgenoten en langzaam komt het besef.
Ik heb meegedaan met de C1.

En ik heb geen bal geraakt.

Geen opmerkingen: